Wielrennen was van oorsprong groter op de piste, want daar kon je relatief veilig en goed zichtbaar voor het publiek je wedstrijden houden. Toch wordt er al vanaf het einde van de negentiende eeuw volop op de weg gefietst, in 1868 werd de eerste officiële wedstrijd verreden in Parijs en de Franse hoofdstad was in november 1869 ook het vertrekpunt van de eerste stad-tot-stadwedstrijd die voerde naar Rouen. Het wereldkampioenschap wielrennen bestaat al sinds 1921 en is daarmee de op één na oudste wielerdiscipline na het baanwielrennen.
Met de verbetering van de wegen werd de sport steeds toegankelijker en aantrekkelijker voor de coureurs. Inmiddels is het wielrennen op de weg de best bekeken tak van de wielersport, met vooral de Tour de France en de voorjaarsklassiekers als momenten waarop vanaf alle continenten gekeken wordt naar de beste coureurs van de wereld. In 1896 vond al de eerste wegwedstrijd plaats in het olympische programma. Vanaf 1996 zijn de Spelen toegankelijk voor wielerprofs.
De Italiaan Alfredo Binda was de eerste die zich wereldkampioen op de weg bij de profs mocht noemen. Hij deed dat in het Duitse Neurenberg. In 1925 vond al het eerste Nederlandse WK weg plaats in Apeldoorn, wat uniek was omdat op dat moment de Nederlandse wielerbond KNWU (opgericht in 1928) nog niet bestond en veel overheden in ons land destijds geen toestemming gaven voor wielersportwedstrijden op de weg. Aanvankelijk bestond het kampioenschap alleen voor amateurs, na de komst van de professionals zijn er lang twee kampioenschappen verreden. Pas in 1958 kregen de vrouwen een wereldkampioenschap, die in de eerste jaren soms op een andere locatie werd verreden. Inmiddels rijden de profs mannen, de profs vrouwen, de beloften (U23) mannen, de belofte (U23) vrouwen, de junior mannen en de junior vrouwen een eigen WK op zowel de wegwedstrijd als tegen de klok. Ook is er de Mixed Team Relay waarin landen met hun drie sterkste tijdrijders bij zowel de mannen als de vrouwen in actie komen. De opgetelde tijd geldt als eindresultaat.
Het unieke van het evenement in vergelijking met andere disciplines in de wielersport is dat het parcours van het WK op de weg een veel groter geografisch bereik heeft en daarmee een grotere betrokkenheid met het evenement kan genereren bij de mensen langs de kant van de weg. Vaak wordt eerst een aanlooplus gereden om zoveel mogelijk van het landschap rond het evenement te laten zien en zoveel mogelijk mensen de gelegenheid te geven te kijken, later wordt vaak op een lokale lus een finale verreden. Op die plek kan dan de sportliefhebber de ontknoping van nabij volgen.
De eerste Nederlandse wereldkampioen was Theo Middelkamp in 1947, Keetie van Oosten-Hage was de eerste Nederlandse wereldkampioene in 1968, in het Italiaanse Imola. De enige mannelijke landgenoot die op eigen bodem een WK wist te winnen was Jan Raas die in 1979 de overmacht van de Nederlandse ploeg op eigen terrein wist om te zetten in goud. Dat jaar won Petra de Bruin bij de vrouwen de wegwedstrijd. Ook Leontien van Moorsel (tijdrit 1998) en Marianne Vos (wegwedstrijd 2012) wisten te zegevieren op een WK voor profs op eigen bodem. Beiden deden dat in Valkenburg. Vos is ook de renster met de meeste wereldtitels op de weg: drie. Ellen van Dijk werd drie keer wereldkampioene tijdrijden. Pas sinds 1994 kent het WK op de weg ook een tijdrit. De enige Nederlandse wereldkampioen op de weg op dat onderdeel is Tom Dumoulin (Bergen 2017). Bij de vrouwen wonnen Leontien van Moorsel (2), Ellen van Dijk (3), Anna van der Breggen en Annemiek van Vleuten (2) dit onderdeel.
Vanaf het tweede WK op de weg krijgt de winnaar de regenboogtrui uitgereikt, het shirt dat met de regenboogkleuren verwijst naar alle continenten. Bij het eerste WK in Kopenhagen kreeg de renner een paars lint. De regenboogtrui geeft de winnaar van het vorige WK een grote herkenbaarheid en wordt gezien als één van de absolute hoofdprijzen van het seizoen. Vooralsnog zijn Mathieu van der Poel (2023) en Annemiek van Vleuten (2022) de laatste wereldkampioenen bij de elite op de weg van Nederlandse bodem.
Nederlandse Wereldkampioenen
Editie / Categorie | Mannen | Vrouwen |
Eerste WK | Elite | Wegrace (1921) Elite | Tijdrit (1994) Elite | Ploegentijdrit (1962 - 1994) U23 | Wegrace (1996) U23 | Tijdrit (1996) Junioren | Wegrace (1997) Junioren | Tijdrit (1997) |
Elite | Wegrace (1958) Elite | Tijdrit (1994) Elite | Ploegentijdrit (1987 - 1994) U23 | Wegrace (1996) U23 | Tijdrit (1996) Junioren | Wegrace (1997) Junioren | Tijdrit (1997) |
1947 | Reims (FRA) | Theo Middelkamp (Wegrace | Elite) | |
1964 | Sallanches (FRA) | Jan Janssen (Wegrace | Elite) | |
1968 | Imola (ITA) | Keetie van Oosten-Hage (Wegrace | Elite) | |
1969 | Zolder (BEL) | Harm Ottenbros (Wegrace | Elite) | |
1975 | Mettet (BEL) | Hennie Kuiper (Wegrace | Elite) | Tineke Fopma (Wegrace | Elite) |
1976 | Ostuni (ITA) | Keetie van Oosten-Hage (Wegrace | Elite) | |
1978 | Adenau (West-Duitsland) | Gerrie Knetemann (Wegrace | Elite) Ploegentijdrit (Jan van Houwelingen, Bart van Est, Bert Oostenbosch & Guus Hierings) |
|
1979 | Valkenburg (NED) | Jan Raas (Wegrace | Elite) | Petra de Bruin (Wegrace | Elite) |
1982 | Goodwood (GBR) | Ploegentijdrit (Maarten Ducrot, Gerard Schipper, gerrit Solleveld & Frits van Bindsbergen) | |
1985 | Giavera Del Montello (ITA) | Joop Zoetemelk (Wegrace | Elite) | |
1986 | Colorado Springs (USA) | Ploegentijdrit (Rob Harmeling, John Talen, Gerrit de Vries & Tom Cordes) | |
1990 | Utsunomiya (JAP) | Ploegentijdrit (Leontien van Moorsel, Monique Knol, Cora Westland, Astrid Schop) | |
1991 | Stuttgart (GER) | Leontien van Moorsel (Wegrace | Elite) | |
1993 | Oslo (NOR) | Leontien van Moorsel (Wegrace | Elite) | |
1997 | San Sebastián (ESP) | Mirella van Melis (Wegrace | Junior) | |
1998 | Valkenburg (NED) | Leontien van Moorsel (Tijdrit | Elite) Mirella van Melis (Wegrace | Junior) |
|
1999 | Treviso (ITA) | Leontien van Moorsel (Tijdrit | Elite) | |
2002 | Zolder (BEL) | Suzanne de Goede (Wegrace | Junior) | |
2003 | Hamilton (CAN) | Kai Reus (Wegrace | Junior) | Loes Markerink (Wegrace | Junior) |
2004 | Bardolino (ITA) | Marianne Vos (Wegrace | Junior) | |
2006 | Salzburg (AUT) | Marianne Vos (Wegrace | Elite) | |
2007 | Stuttgart (GER) | Lars Boom (Tijdrit | U23) | |
2012 | Valkenburg (NED) | Marianne Vos (Wegrace | Elite) | |
2013 | Florence (ITA) | Mathieu van der Poel (Wegrace | Junior) | Ellen van Dijk (Tijdrit | Elite) Marianne Vos (Wegrace | Elite) |
2016 | Doha (QAT) | Karlijn Swinkels (Tijdrit | Junior) | |
2017 | Bergen (NOR) | Tom Dumoulin (Tijdrit | Elite) | Annemiek van Vleuten (Tijdrit | Elite) Chantal Blaak (Wegrace | Elite) |
2018 | Innsbruck (AUT) | Rozemarijn Ammerlaan (Tijdrit | Junior) Annemiek van Vleuten (Tijdrit | Elite) Anna van der Breggen (Wegrace | Elite) |
|
2019 | Yorkshire (GRB) | Mixed Team Relay (Jos van Emden, Bauke Mollema & Koen Bouwman) | Mixed Team Relay (Amy Pieters, Riejanne Markus & Lucinda Brand) Annemiek van Vleuten (Wegrace | Elite) |
2020 | Imola (ITA) | Anna van der Breggen (Tijdrit | Elite) Anna van der Breggen (Wegrace | Elite) |
|
2021 | Brugge / Leuven (BEL) | Ellen van Dijk (Tijdrit | Elite) | |
2022 | Wollongong (AUS) | Ellen van Dijk (Tijdrit | Elite) Annemiek van Vleuten (Wegrace | Elite) |
|
2023 | Glasgow (GRB) | Mathieu van der Poel (Wegrace | Elite) | |
2024 | Zürich (SUI) | Puck Pieterse (Wegrace | U23) |
Medailles
Totaal
🥇 46x
🥈 44x
🥉 32x
Totaal: 1️⃣2️⃣2️⃣ medailles
Mannen | Vrouwen | ||||||
Elite 🥇 11x 🥈 8x 🥉 11x |
Elite 🥇 23x 🥈 25x 🥉 9x |
||||||
U23 🥇 1x 🥈 3x 🥉 2x |
U23 🥇 1x 🥈 2x 🥉 0x |
||||||
Junioren 🥇 2x 🥈 2x 🥉 4x |
Junioren 🥇 7x 🥈 3x 🥉 6x |
||||||
Per onderdeel
|
Per onderdeel
|
Per onderdeel
Wegrace 🥇 29x 🥈 27x 🥉 21x |
Tijdrit 🥇 12x 🥈 13x 🥉 10x |
Ploegentijdrit 🥇 4x 🥈 3x 🥉 1x |
Mixed Relay (sinds 2019) 🥇 1x 🥈 1x 🥉 0x |
Edities in Nederland
- Apeldoorn (1925)
- Valkenburg (1938)
- Valkenburg (1948)
- Zandvoort (1959)
- Heerlen (1967)
- Valkenburg (1979)
- Valkenburg (1998)
- Valkenburg (2012)