Magazine

Het moment van - Daphny van den Brand

Toen ik aan die sprint begon, dacht ik: deze is voor mij!

Daphny van den Brand

Datum: 2 februari 2003
Plaats: Monopoli, Italië
Wedstrijd: WK Veldrijden

Op 2 februari 2003 zette Daphny van den Brand de kroon op haar wielercarrière. De Brabantse pionier in het veld pakte in Italië haar eerste en enige wereldtitel veldrijden. “Bij de start wist ik al dat ik ging winnen.”

“Ik won dat jaar alles, op één wedstrijd na. Daar reed ik lek. Het succes maakte me zó zelfverzekerd dat dacht ‘kom maar op!’. Dat gevoel heb ik later nooit meer gehad.

Het parkoers in Monopoli was op mijn lijf geschreven. De dag voor het WK was het nog droog en fietste ik twee uur en drie kwartier. Op de fiets van het hotel naar het parkoers, daar enkele rondjes en weer terug naar het hotel. Normaal gesproken is dat te veel, maar ik had de hele week gerust. Door mijn snelle spiervezels heb ik die spanning op mijn benen nodig. Als ze eenmaal zeer doen, fiets ik daar makkelijk doorheen. Dankzij die training kreeg ik al veel moraal, zo goed ging het.

Op het WK mocht ik samen met Lars Boom nieuwe tubes van Dugast testen. Kneiterduur, maar ik vloog over het parkoers. Ze liepen zó licht! Die banden heb ik nog lang bewaard.

’s Avonds begon het te regenen, dus was ik helemaal in mijn nopjes. Veel meiden hadden schrik voor modder. Ik niet. Dan sta je al een streepje voor. Net als op ijskoude dagen plaagde ik mijn concurrenten graag een beetje. ‘Hebben we er allemaal zin in?’. In die mentale oorlogsvoering was ik goed.

Vals spel
Als ik de wedstrijd terugkijk op video hoor ik Paul Herygers steeds zeggen ‘Allez! Het wordt een sprint. Daarin gaat Van den Brand het afleggen tegen Kupfernagel.’ Dat dacht eigenlijk iedereen. Maar toen ik aan die sprint begon, dacht ik: deze is voor mij!

Ik had haar in koers al een paar keer op een gaatje gereden. Toch kwam ze telkens weer terug. Later hoorde ik hoe ze dat deed. Haar trainer fietste naast het parkoers en bracht haar op het zwaarste stuk terug naar mijn wiel, als een soort haas. Belachelijk eigenlijk. Gelukkig heb ik er niets van gezien, anders was ik erg pissig geweest.

Toch had ik haar onderweg gesloopt. Ze mag dan een betere sprinter zijn, het zat er niet meer in.

Die nacht sliep ik in mijn regenboogtrui.”

Wij plaatsen functionele cookies om deze website naar behoren te laten functioneren. Daarnaast vragen we je toestemming om analytische cookies en marketingcookies te plaatsen. Daarmee meten we het gebruik van deze website en kunnen we ons aanbod beter afstemmen op jouw voorkeuren. Deze cookies verzamelen persoonsgegevens. Geef hieronder aan welke cookies je wilt accepteren. Meer weten? Bekijk onze privacypagina.