Magazine

Het (WK) moment van Richard Groenendaal

januari 2020

Richard Groenendaal streed vaak voor de wereldtitel in het veld mee, maar hij slaagde er één keer in om de regenboogtrui bij de profs te veroveren. Hij deed dat twintig jaar geleden in zijn eigen woonplaats Sint-Michielsgestel. De Brabander reed een uur lang voor de  concurrentie uit voordat hij in de armen van zijn familie kon vallen en met hen kon vieren dat hij wereldkampioen geworden was. Hij noemt het na afloop nog altijd een sportief hoogtepunt uit een rijke historie. 

"WK winnen in eigen dorp heel bijzonder"

Richard Groenendaal

Wereldkampioen in eigen dorp
“Bij mijn eerste twee wereldkampioenschappen in 1994 en 1995 was ik tweede geworden. Dat voedde toch wel de verwachting dat ik een keer winnaar zou worden van dat WK. Maar de jaren daarna lukte het telkens niet. Dan was ik niet topfit of een andere keer – dat durf ik nu wel te zeggen – bezweek ik onder de druk. Daarom probeerde ik vooraf niet op teveel te rekenen in 2000. Je kunt zeggen ‘druk leg je jezelf op’, maar je kunt je voorstellen dat er iets van je verwacht wordt als je na een sterk seizoen het WK gaat rijden in je eigen dorp. Ik heb me eigenlijk een heel seizoen voor genomen me niet gek te laten maken voor dat WK. We hadden met de KNWU geslapen in een hotel in Oisterwijk. Na de lunch gingen we op de wedstrijddag op de fiets naar het parcours. Daar legden we de weg af die ik al zo vaak had gereden als ik terug kwam van een training.

Toen ik Sint-Michielsgestel zag liggen en zeker ook toen we het dorp binnen reden, kreeg ik heel veel vertrouwen. ‘Ik ga vandaag wereldkampioen worden’, de gedachte schoot me door mijn hoofd. Het is de enige keer in mijn loopbaan dat ik zo stellig was in die gedachte. Ik had vertrouwen, de vorm was er en ik was er helemaal klaar voor. De manier waarop ik won, was niet ongebruikelijk, zeker niet voor die tijd. Als je goed was, probeerde je hard te starten en de anderen onder druk te zetten. Ik vertrok als iets van vijfde, Wim de Vos zal op kop hebben gelegen en ik zat achter Sven Nys, de andere grote favoriet voor die dag. Ik schoof hem voorbij op een heuveltje en ben eraan begonnen. In de uren tussen de juniorenwedstrijd van ’s morgens en ons kampioenschap had men besloten het parcours iets te verleggen bij één van de twee materiaalposten. Daar kon je bij de andere wedstrijden beter doorheen rijden en van fiets wisselen, dan was je sneller aan het einde van die post. Maar door een nieuwe strook gras vrij te leggen op die plek, was dat anders .Ik kende het parcours op mijn duimpje en sloeg daar een extra kloof. Dat van die nieuwe strook is aan iedereen gecommuniceerd vooraf, maar ik snapte de impact ervan.”

Muur  van geluid
“Halverwege de cross had ik een halve minuut voorsprong en besloot ik even te temporiseren om een eventuele tegenaanval te kunnen beantwoorden. Die kwam later ook van Nys. Ik kende een slechte ronde. Ik schoof in de hekken en liep daarbij een wond aan mijn hand op. Reed ook nog lek. Dan denk je wel even ‘het zou toch niet nog mislopen?’ Maar ik hervond mijn ritme en was gewoon heel sterk die dag. Zo bleef ik vooruit. Ik reed door een muur van geluid. Andere mensen zeiden na afloop dat je precies kon horen waar ik reed, daar werd het hardst geroepen. Ik kon me er wel voor afsluiten, liet me er niet door mee slepen. Je durft je nooit te vroeg te rijk te rekenen. Pas toen ik met ruime voorsprong het verharde deel richting de finish op reed, was ik zeker van mijn zaak. Ik zag Nico van Hest mijn trainer staan en we wisselden even een blije blik uit. Na de finish viel ik in de armen van mijn toenmalige vrouw en mijn familie. Mijn opa en oma stonden erbij op straat. Als je het vergelijkt met WK’s van nu, ogen die beelden allemaal veel rommeliger. Het was wat minder georganiseerd nog, wat meer open. Iedereen stond in no time om je heen. Ik was een blij man die dag. Achteraf was het mijn enige wereldtitel. Je weet dat dan nog niet, hoopt dat er nog meer volgen. Maar je realiseert je wel dat het heel uniek is om die regenboogtrui en gouden medaille omgehangen te krijgen in Sint-Michielsgestel. Het WK winnen in je eigen dorp is natuurlijk heel bijzonder.”

 

Wereldkampioen word je niet zomaar
“Achteraf heeft dat WK ook wel weer een andere lading gekregen. Er zijn nog mensen die menen dat daar een Vlaming had kunnen winnen, als die beter met elkaar overeen gekomen waren. Sven Nys en Mario De Clercq, die twee en drie werden, maakten verwijten over en weer, misschien ook wel ter verdediging van hun eigen falen die dag. Achteraf hebben ze me wel gezegd dat die dag de sterkste won. Maar het is jammer dat bij sommige mensen die waardering er nooit is gekomen, van sommige toeschouwers en van bepaalde media. Ik was die dag heel goed en wereldkampioen word je niet zomaar. Maar we kunnen er niets meer aan veranderen en de zege in 2000 is gewoon van mij. Op de plek waar toen de finishlijn getrokken was, ligt nu een speciale trottoirtegel als herinnering aan dat WK en mijn titel. Heel bescheiden, maar precies goed wat mij betreft. Maar de finishstraat van toen brengt geen speciale herinneringen bij mij naar boven als ik er langs kom,  die plek is heel gewoon gebleven. Ik ben opgegroeid in dat dorp. Nu ik aan de andere kant van Sint-Michielsgestel woon, kom ik er ook minder eerlijk gezegd. Soms krijg ik een berichtje van mensen die later in het dorp zijn komen wonen. Dat ze die tegel hebben zien liggen, willen ze me dan toch even laten weten.  Ik heb een mooie loopbaan gehad en dit was er zeker één van de sportieve hoogtepunten van. Die dag blijft mij altijd bij en die titel is voor altijd.”

Wij plaatsen functionele cookies om deze website naar behoren te laten functioneren. Daarnaast vragen we je toestemming om analytische cookies en marketingcookies te plaatsen. Daarmee meten we het gebruik van deze website en kunnen we ons aanbod beter afstemmen op jouw voorkeuren. Deze cookies verzamelen persoonsgegevens. Geef hieronder aan welke cookies je wilt accepteren. Meer weten? Bekijk onze privacypagina.