Een jaar geleden werd Megan Arens als eerstejaars vierde op het WK op de weg voor junior-vrouwen in Zurich. Het zag er even naar uit dat er geen kans op sportieve revanche zou komen, omdat Nederland niet zeker wist of de junioren in actie zouden komen op de mondiale titelstrijd in Rwanda dit jaar. Nu die gelegenheid er is, is Arens erop gebrand haar kansen te pakken in zowel de tijdrit als de wegwedstrijd.
"Ik denk dat ik er alles aan gedaan heb om daar in mijn beste vorm aan de start te staan. Nu is het afwachten wat dat me brengt"
Toen Arens net over de streep was gebold in Zwitserland bij dat vorige WK was er vooral blijdschap over de prestatie die ze had geleverd. Natuurlijk is ze nog altijd trots op haar resultaat, maar ze kijkt er ook wel met andere ogen naar. “Als ik nu de wedstrijd terughaal, denk ik dat ik het misschien niet superslim heb aangepakt. Dat had beter gekund. Vierde worden als eerstejaars op een WK is natuurlijk knap, maar ik heb daar wellicht wel iets te veel met mijn krachten gesmeten om de wedstrijd hard te maken. Dat zou ik nu graag anders doen om zo toch aanspraak te kunnen maken op de medailles.” Lang ging dat gevoel over dat vorige WK gepaard met de gedachte dat er wellicht geen kans zou komen op sportieve revanche. In Zurich was het de rensters al duidelijk dat het geen zekerheid zou zijn dat de KNWU met volledige selecties zou deelnemen in Rwanda. ‘’Toen we hoorden dat we met een kleine groep alsnog wel gingen, wist ik dat ik er alles aan wilde doen om daar in mijn beste vorm aan de start te staan.’’
Zelf op hoogtestage
De familie Arens maar ook de andere deelneemsters Roos Muller en Mirthe Mons investeerden zelf in een hoogtestage in Frankrijk. Waar ze gezamenlijk twaalf dagen in de nabijheid van de Col de la Madeleine verbleven. Thuis wachtte daarna een hoogtetent om de laatste dagen voor het afreizen naar Rwanda ook nog het effect van de training door te kunnen trekken. Net terug uit Frankrijk reisde ze vanuit Zeeland naar Deventer om haar tijdritfiets een onderhoudsbeurt te laten geven bij Picnic-PostNL, de ploeg waar ze in het scoutingprogramma zit. Allemaal investeringen die volgden op een KNWU-trainingskamp in de nabijheid van het parcours van het EK Wielrennen in Frankrijk, waar Arens ook aan deelneemt. “Ik zou optimaal profijt moeten hebben van deze voorbereiding om straks op hoogte te presteren. Echte hittetraining hebben we niet gedaan, maar we startten als junior-vrouwen telkens vroeg op de dag, zodat het nog geen dertig graden zal zijn naar verwachting.’’ Ze zal dinsdag 23 september de tijdrit rijden en zaterdag 27 september de wegwedstrijd.
"Ik ben ik erop gebrand om daar een zo optimaal resultaat te behalen"
Vanaf juli alles op WK
De 18-jarige renster van het Grouwels-Watersley R&D Road Team begon het seizoen sterk met een overwinning in de Nations Cup-wedstrijd Piccolo Binda en was later tweede in zowel Gent-Wevelgem als de Ronde van Vlaanderen. In eigen land won ze de Schwalbe Liv Toekomstcup-wedstrijd Omloop van de Beemster en het NK Tijdrijden. ‘’Het was een goed, maar ook een stressvol jaar. Ik moest eindexamen doen en in die periode moest ik echt even wat gas terugnemen met trainingen. Maar inmiddels is mijn studie afgerond en kan ik me weer helemaal op het wielrennen focussen, wat ik sinds juni ook gedaan heb. Sinds ik weet dat ik het WK in september en het EK in oktober kan rijden, ben ik erop gebrand om daar een zo optimaal resultaat te behalen. Dat het niet aan de voorbereiding gelegen heeft, zeg maar. Eerlijk gezegd vind ik het lastig om bij voorbaat een verwachting op het WK te plakken – dat is immers de wedstrijd waar nu eerst mijn focus op ligt als hét grote doel van dit seizoen – moet ik wel bekennen dat ik stiekem toch wel hoop op een medaille. Maar vooral de wegwedstrijd zal een bijzondere wedstrijd worden met een kleiner peloton dan we gewend zijn omdat meer landen met een kleinere afvaardiging naar Rwanda gaan. Het is een parcours waar het steeds op en af zal gaan, waar dus echt de koers hard gemaakt kan worden. Normaal is dat in mijn voordeel. Voor de tijdrit vind ik het helemaal moeilijk in te schatten, we hebben internationaal niet echt de krachten kunnen meten. Ik hoop op het WK in Rwanda een mooi seizoen te kunnen bevestigen en na afloop ook tevreden te kunnen zijn over hoe ik het tactisch heb aangepakt.”