Met de nieuwe wedstrijd- en licentiestructuur van de KNWU kunnen wielersporters meer op hun eigen niveau deelnemen aan wedstrijden. Na de invoering in de wegwedstrijden in 2025 kunnen deelnemers deze winter ook in de GOW-veldritcompetitie zelf bepalen in welke klasse ze gaan rijden. Bij de Cross van Annefleur in Wierden op zondag 16 november waren zowel deelnemers als de organisatie goed te spreken over dit systeem.
Leidus Kalvenhaar zorgde deze dag samen met een twintigtal andere vrijwilligers dat voor de deelnemende veldrijders uit vooral Oost-Nederland alles in goede banen werd geleid. Dat het parcours was uitgezet, de vergunning was aangevraagd en alles organisatorisch stond. Ook is hij de vader van Annefleur Kalvenhaar, de in 2014 verongelukte mountainbikester, aan wie deze cross uit de GOW-reeks is opgedragen. Hij roemt de opzet van de GOW.
"Ik ben zelf ook vaak deelnemer en ook zo’n renner die niet veel zin en ambitie meer heeft om het hele land door te rijden om aan wedstrijden deel te nemen. De GOW is voor mij als inwoner van Wierden altijd in de buurt. Ik rijd naar de locatie, neem aan de wedstrijd deel en ga weer naar huis. Als je zelf organiseert ben je natuurlijk wel de hele dag in touw, maar we hebben hier in Wierden een enthousiaste groep vrijwilligers, van wie de meesten eigenlijk zondag al aangaven volgend jaar weer van de partij te zijn. Plus een mooi parcours en alle medewerking van het Recreatieschap Twente die het beheer doet op de locatie van de cross op Het Lageveld.
"Een GOW-wedstrijd organiseer je heel laagdrempelig en met een klein budget. Bij een landelijke wedstrijd – die we hier ook wel gehad hebben – ben je veel drukker met sponsoring regelen en moet je aan veel meer regels voldoen. Bij de GOW schrijven de renners zelf in en de uitslagen gaan via MyLaps. Je hebt er als organisator weinig omkijken naar. Dit zijn ideale wedstrijden voor organisatoren die een dag in touw willen zijn zonder veel poespas en voor deelnemers die genoegen nemen met 'alleen' een wedstrijd zonder randzaken. En wie meer wil, die gaat landelijk organiseren of rijden.
"Uit het feit dat er hier elke week 200 a 250 deelnemers een wedstijd in de GOW komen rijden, blijkt wel dat het zeker in een behoefte voorziet. En dat al vele jaren." Een prof als Pim Ronhaar reed er bijvoorbeeld ooit zijn eerste rondjes in het veld.
Toen ik begon zag je daar ook Rick Pluimers en de broers Maurits en Steven Lammertink rondrijden. Voor de jeugd toch leuk om te zien dat ook zij soms even zo’n wedstrijd meepikken in hun trainingsschema.
Vrijwillig een klasse hoger
Ook zijn plaatsgenoot Siemen van Beurden, uitkomend voor De Hanzerenners uit Zwolle, is enthousiast. Hij rijdt bijna wekelijks zijn wedstrijden mee. Deelnemers aan de GOW met een voorheen Amateurs, Masters 40+, Masters 50+, Sportklasse, Startlicentie, Dames 15+ of Dames UCI licentie mogen zich vanaf deze winter inschrijven in één van de drie klassen naargelang hun niveau. Van Beurden koos voor klasse 1. Maar vooral om praktische redenen. "Ik ben 43 en kwam in het verleden bij de masters uit. Ik zou normaal gezien nu voor klasse 2 of 3 kunnen kiezen, maar het tijdstip van de wedstrijden in klasse 1 bevalt me goed. Dat valt met andere activiteiten beter te combineren voor me. En dat ik daardoor misschien wat minder hoog in de uitslag terecht komt, interesseert me minder. Ik ga de uitdaging elke week aan en ben vooral op zoek naar een klein uurtje sporten. Soms combineer ik dat met een duurtraining door op de fiets naar en van de wedstrijd te gaan."
Zelfregulerend vermogen
Van wat hij om zich heen hoort, bevalt het de meeste renners prima. "Je kunt nu in principe gemakkelijker kiezen voor een klasse met deelnemers met een niveau waaraan je gewaagd bent. Je kunt jezelf uitdagen door net iets boven je eigen niveau te rijden of misschien nu juist eindelijk eens wat meer tegenstand bieden aan de anderen in je wedstrijd. En het heeft ook wel een zelfregulerend vermogen. Als mensen elke week met kop en schouder boven de rest uitsteken, krijgen ze toch het vriendelijke verzoek om in een andere klasse te gaan fietsen. Voor henzelf is er ook weinig uitdaging aan om elke week met voorsprong te winnen natuurlijk. Je ziet momenteel vooral in klasse 2 en 3 een heel mooi deelnemersveld, daar leidt ik uit af dat de mensen enthousiast zijn over de opzet. Het is natuurlijk ook leuker dan wanneer je bij de sportklasse/amateurs reed en daar al snel werd ingehaald, om nu een klasse op te zoeken met mensen van je eigen niveau. Dan ga je toch met een ander gevoel naar huis en kom je de volgende keer gemakkelijker weer. En dat is ook wel wat ik zo om me heen hoor." Van Beurden vindt het verder nog altijd een aansprekend gegeven van de GOW dat er soms ook toppers een trainingsrondje komen afwerken. Zoals in Wierden AG Soudal-prof Ilse Pluimers. "En toen ik begon zag je daar ook Rick Pluimers en de broers Maurits en Steven Lammertink rondrijden. Voor de jeugd maar ook voor de oudere deelnemers is dat toch leuk om te zien dat ook zij soms even zo’n wedstrijd meepikken in hun trainingsschema." En zo is de GOW eigenlijk voor iedereen.