Het slotstuk van het wielerseizoen 2025 is voor Roos Müller (18) een drukke periode. Met twee trainingskampen in de bagage en direct na het WK in Rwanda wacht alweer het EK in Frankrijk. De Groningse is blij in het oranje van TeamNL te mogen uitkomen op deze grote toernooien en hoopt zich tussen de beste junior-vrouwen van de wereld te kunnen tonen.
‘’Ik moet het van mijn tijdritten en zware wegkoersen hebben, wat dat betreft word ik op mijn wenken bediend met vier mooie kansen op dit hoogste niveau”
Het was ook het jaar van haar eindexamen en dat betekende voor Müller extra drukte dit jaar, maar inmiddels heeft ze het VWO-diploma ook binnen. ‘’Sportief had ik op zich ook een prima jaar. Soms viel het ook wel eens tegen, als ik druk met de studie was geweest. Maar gelukkig heb ik op het NK Tijdrijden kunnen laten zien wat ik in huis heb.’’ Ze werd er tweede achter de andere WK-en EK-ganger Megan Arens. “Tijdritten zijn toch ook wel gewoon het meest mijn ding. In een wegwedstrijd kom ik het best tot mijn recht op zware parcoursen waar ook wel een klim zit. Kortom: een wedstrijd waar ik mijn power kwijt kan. Maar in tijdritten ben je gefixeerd op je eigen prestatie, wil je zo goed mogelijk doen voor je eigen resultaat. Op de weg zijn er kansen voor het hele team en moeten we met elkaar voor een mooi resultaat gaan.”
Stage met KNWU
Waren de WK-parcoursen voor haar alleen via Veloviewer voor te bereiden en met beelden van anderen, de wegen waarop gekoerst wordt tijdens het EK in het Zuiden van Frankrijk kon ze deze zomer al met eigen ogen bekijken. “We zijn met de KNWU op stage geweest in de buurt van de parcoursen van de wegwedstrijd en de tijdrit en hebben daar ook enkele keren kunnen rijden. In vergelijking met het WK wacht ons op het Europees Kampioenschap minder een klimkoers met een best wel een pittige, steile klim erin maar ook een rondje waar veel verschillende rensters kans kunnen hebben.”
Tijdrit constante puzzel
Voor de tijdrit vindt ze het ook moeilijk een inschatting te maken, wanneer we haar voor het WK naar de kansen vragen. “Wat hebben we nu gereden tegen internationale tegenstanders? Het NK en de Omloop van de Beemster uit de Schwalbe Liv Toekomstcup en de tijdrit in de Watersley Ladies Challenge zijn mijn enige tijdritten geweest, de laatste twee waren ook nog vrij kort. Het is moeilijk te zeggen wat erin zit. Maar het mooie van het tijdrijden is dat je er zelf zoveel aan kunt doen om te verbeteren. Natuurlijk moet je de prestatie met je benen en de rest van je lijf leveren, maar je kunt ook veel winnen door te experimenteren met je positie. Het is een constante puzzel om de optimale aerodynamica te vinden. Je bent eigenlijk nooit tevreden, blijft zoeken naar verbeteringen. Voor mij is het je ontwikkelen als wielrenner ook best nog een ontdekkingstocht Ik kom niet uit een echt wielernest, al is mijn vader wel een groot fietsfanaat en werd er veel naar wielrennen gekeken op tv toen ik klein was. Ik hockeyde vroeger tot ik een wielerwedstrijd zag en me dat veel leuker leek. Ben gaan mountainbiken en toen bij de jeugd ook op de weg gaan rijden. Pas vanaf de nieuwelingen ging het echt beter en toen vond ik met NXTG van Natascha den Ouden een ploeg waar ik me verder kon ontwikkelen. Dat ik kan klimmen, weet ik pas vanaf vorig jaar toen we zwaardere parcoursen gingen opzoeken. Ik woon in Groningen… Ik heb geen berg in de buurt in mijn trainingsgebied. Maar ik vind het een mooi avontuur en ben heel blij dat het me nu op een WK en een EK brengt, waar ik voor het hoogst haalbare resultaat wil gaan. En dan zien we verder waar het fietsen me nog brengt.”