Magazine

In de voetsporen van Niki

januari 2017

Met zijn knappe overwinning in Parijs-Roubaix boekte Niki Terpstra in 2014 zijn mooiste zege tot nu toe. Zijn triomftocht op de wielerbaan van Roubaix kon niet symbolischer zijn, want het was de piste waar het ooit allemaal begon. KNWU Talentcoach Peter Zijerveld weet het nog goed. ,,Niki was toen al een vechter, hij wilde altijd winnen.”

Als opleidingsinstituut werkt de KNWU op verschillende manieren aan de ontwikkeling van talenten. Ook Niki Terpstra heeft enkele selecties doorlopen. Welke zoal?

,,Die samenwerking gaat inderdaad al heel ver terug. Niki heeft in verschillende districtsslecties gezeten, waarmee hij veelvuldig in België kon koersen. En zijn vader had een rol als trainer/ploegleider. Ik was als coördinator bij de selectie betrokken en leerde Niki zodoende goed kennen. Vervolgens heeft hij in Noord-Holland bij Herman Schenk op de baan klassikale trainingen gevolgd en als eliterenner kwam hij onder de vleugels van Peter Pieters terecht. En dan sla ik nog enkele stappen over.”

Hoe was Terpstra als jonge renner?

,,Net als veel anderen uit de wielerwereld viel het me direct op dat Niki veel talent had. Ik herinner me nog dat hij vooral in tijdritten een klasse beter was dan de rest. Het was, en is, in koers een echte vechter. Hij wilde altijd winnen. Je merkte toen al dat hij alles voor zijn sport over had om een goed resultaat te behalen.”

Wat heeft hij aan het KNWU-systeem gehad?

,,Vooropgesteld: ook zonder de KNWU was Niki een topper geworden. Zonder twijfel, want talent hoort nu eenmaal bij het individu. Maar wellicht hebben we, samen met een boel andere mensen, toch een heel kleine rol gespeeld in zijn ontwikkeling als renner. We proberen jonge renners kansen te bieden en stimuleren ze om verschillende disciplines te beoefenen. In het geval van Niki een combinatie van baan en de weg.”

Hoe kunnen jonge renners in de voetsporen treden van Terpstra?

,,Het begint allemaal bij de vereniging. Als een renner daar opvalt, komt hij in aanmerking voor onze distritsselecties, die nog altijd een belangrijk onderdeel van ons opleidingssysteem zijn. Dat geldt ook voor de continentale ploegen en LSE’s, die elk hun rol hebben bij het oppikken van beloftevolle renners. Om die renners te laten wennen aan het leven van een wielrenner organiseren we in vakanties speciale trainingskampen in heuvelachtig gebied. Hier leren ze als het ware om te trainen. En natuurlijk zijn er de RAP-dagen in augustus. Daar testen we renners in de Ardennen op hun klimcapaciteiten. Want presteren in winderige klassiekers vergt nu eenmaal andere kwaliteiten dan fietsen in de heuvels. Toppers van nu als Wilco Kelderman, Lars van der Haar en Daan Olivier zijn allemaal ooit opgevallen bij de RAP-dagen. Uiteindelijk stromen de beste talenten door naar de nationale selecties, waarbij ze ervaring opdoen in internationale wedstrijden.”

Hoe gaat dit bij andere disciplines binnen de wielersport?

,,Ook bij het mountainbiken, de baan, het BMX’en en veldrijden zijn duidelijke en meerjarige trajecten uitgestippeld. We bieden hier een langere opleiding dan op de weg want bij deze disciplines ontbreekt de tussenstap van continentale ploegen en LSE’s. Op de baan hebben we bijvoorbeeld verschillende regionale trainingscentra (RTC’s) opgezet die talenten doorsluizen naar het Nationaal Trainingscentrum op Papendal. Zo leiden we talenten multidisciplinair op naar de top.”

Wij plaatsen functionele cookies om deze website naar behoren te laten functioneren. Daarnaast vragen we je toestemming om analytische cookies en marketingcookies te plaatsen. Daarmee meten we het gebruik van deze website en kunnen we ons aanbod beter afstemmen op jouw voorkeuren. Deze cookies verzamelen persoonsgegevens. Geef hieronder aan welke cookies je wilt accepteren. Meer weten? Bekijk onze privacypagina.