De KNWU wil graag alle renners aan de start zien van het Nederlands Kampioenschap Wegwielrennen en Tijdrijden, die tot de besten van het land behoren. Maar soms zijn de startplekken beperkt. De selectieprocedure is een puzzel die elk jaar opnieuw gelegd moet worden. Wie plaatst zich waar voor de nationale titelstrijd? En wat te doen met deelnemers die door omstandigheden zich niet konden plaatsen? Simon Schram geeft namens Team Wegsport van de KNWU een inkijkje in de procedure.
Ver voordat de selectievoorwaarden op de website komen te staan, wordt er al veel werk verricht. In de jaarlijkse besluiten valt al het kader terug te vinden dat gebruikt wordt bij de selectie en in de commissie wegsport zijn bij de voorbereiding de verantwoordelijkheden voor respectievelijk de mannen, de vrouwen en de jongeren categorieën druk in de weer om te zorgen dat voor hun specifieke categorie de voorwaarden zo goed mogelijk aansluiten bij de praktijk. Simon Schram: ‘’En natuurlijk moeten we aan de voorkant ook met de organisatie kijken naar de parcoursen en de mogelijkheden die de locatie ter plekke biedt. Verder hebben we de commissie jury en reglementen die de vinger aan de pols houdt en kijkt of het allemaal wel toegestaan is hoe we de selectieprocedure bedacht hebben en deze toepassen.’’
Voorwaarden kennen
Voor de wegwedstrijden wordt gekeken naar de regelmatigheidsklassementen, voor de tijdritten zijn voor de meeste deelnemers de districtskampioenschappen van belang. Zij geven de KNWU een goed zicht op de krachtsverhoudingen en een beeld van welke renners zeker niet mogen ontbreken. Schram: ‘’Het is voor renners van belang om die voorwaarden te kennen en ook tijdig aan de bel te trekken als men denkt dat men in de klassementen ergens geen of weinig punten gekregen heeft. Mail daarvoor naar wegsport@knwu.nl. Er zijn altijd renners die door omstandigheden niet aan aanmerking kwamen voor plaatsing, maar wel menen bij de besten van het land te behoren en een kans te moeten krijgen op het NK. Denk aan een blessure of ziekte op een cruciaal moment of aan renners die voornamelijk in het buitenland acteren en daar soms ook woonachtig zijn. In dat soort gevallen, kunnen we de bondscoach inschakelen. Hij of zij kan bepalen of een dergelijke renner op basis van eerdere uitslagen of internationale resultaten toch toegevoegd moet worden. Met name bij de tijdritkampioenschappen luister het soms nauw, want daar zijn de startplekken beperkt. Bij de vrouwen, de mannen en de beloften zijn renners van een UCI-team vaak verzekerd van een plek en vullen we de overige plaatsen in. Bij het NK op de weg hebben we al een meer natuurlijke spreiding over meerdere categorieën, zoals elite-met en elite-zonder-contract. Bij de mannen komen daar de beloften nog bij. Op dat kampioenschap gaat het bij de selectieprocedure dan vaak om renners die helemaal niet in een regelmatigheidsklassement voorkomen door omstandigheden.’
"Uiteindelijk willen wij en de organisatoren hetzelfde: een goed veld, waar niemand ontbreekt die daar iets te zoeken heeft."
Anderhalve kracht
Op Papendal wachtten bij de KNWU drukke weken. Schram trekt wat de selectieprocedures betreft de kar, maar weet zich ondersteund door Sera Gademan. ‘’We proberen iedereen zo snel mogelijk duidelijkheid te geven, maar doen dit werk dus met anderhalve arbeidskracht. Terwijl ondertussen ook competities en andere wedstrijden gewoon doorgaan. Uiteindelijk willen wij en de organisatoren hetzelfde: een goed veld, waar niemand ontbreekt die daar iets te zoeken heeft. Maar dat heeft wel wat voeten in de aarde. Sommige districtskampioenschappen tijdrijden zitten heel krap op de uiterste datum, maar we willen die gegevens wel meenemen om alle districten een plaats te geven. Soms is er geen DK en moeten we naar andere manieren kijken om de beste renners uit die regio aan het vertrek te krijgen. Ook voor de organisatie van zo’n kampioenschap heeft een NK een lange aanloop, want er wordt op het gebied van veiligheid meer en meer gevraagd. Iets wat we als KNWU ook absoluut belangrijk vinden. Een vergunning is niet meer zo snel verleend als tien jaar geleden en we hebben ook nog met politiebegeleiding en sponsorbelangen te maken. Op de dagen zelf moet alles staan. De startklok moet aanwezig zijn, de medailles en de truien ter plaatse en de vrijwilligers en de jury op hun post. Uiteindelijk moet het voor iedereen een mooi wielerfestijn worden op die dagen van het NK in juni en juli, maar dat heeft uiteraard wel wat voeten in de aarde. Maar als het dan allemaal weer gelukt is, geeft dat ook voldoening.’’