Magazine

Trainen met Robert Gesink

februari 2020

Hij is inmiddels één van de meest ervaren renners van het peloton met zijn 33 jaar, maar Robert Gesink tekende dit jaar vrolijk bij voor nog ééns twee seizoenen bij Jumbo-Visma. Het tekent de gretigheid van de Achterhoeker, die Gelderland eerst inruilde voor het Spaanse Gerona, maar sinds een jaar een huis heeft in Andorra. Hij kijkt uit naar de komende twee seizoenen, trainen hoort daarbij en geeft vaak voldoening en plezier. “Ik heb zelden geen zin om te trainen of het moet kort en intensief zijn, zodat je vooraf weet dat je onderweg waarschijnlijk langs de weg staat te kotsen."

"Het is als je erbij nadenkt natuurlijk best een gek leven, dat van een wielrenner"

Robert Gesink

Zelf groeide hij op in de omgeving van Lichtenvoorde in de Achterhoek, waar hij bij zijn ouders op de boerderij woonde. Een prachtige streek, waar je ongestoord kunt fietsen omringd door bossen en weilanden. Steden in de buurt zijn Winterswijk en Doetinchem, Duitsland is dichtbij en de drukke Randstad is er ver weg. De Achterhoek werd hem gedurende zijn loopbaan echter al snel niet zozeer te klein, maar was hem te vlak. De beklimmingen van de Eltenberg en ’t Peeske zijn kort en venijnig, maar bepaald geen Alpencols of Pyreneeëntoppen. “Ik had al snel door dat mijn kwaliteiten in het klimwerk lagen en dan moet je gaan investeren in het regelmatig trainen in de bergen. Het is dan eigenlijk praktischer om er naar toe te verhuizen. En dat hebben we gedaan. Eerst zeer naar onze zin in Gerona, maar nu dus naar Andorra. Ik ben zelf best wel beschermd opgevoed in de Achterhoek. Heel fijn hoor, daar kijk ik met plezier op terug. Maar als ik nu naar mijn kinderen kijk, zie ik ook de verschillen goed. Zij zijn opgegroeid in Spanje en nu dus in Andorra. Spreken Spaans, Catalaans, Engels, Frans en Nederlands met een beetje Achterhoeks accent. Al valt dat laatste bij hen wel mee. Het is een totaal andere omgeving waar we nu wonen. Waar we kunnen, nemen we ze ook mee om iets van de wereld te zien. Het is als je erbij nadenkt natuurlijk best een gek leven, dat van een wielrenner, waarbij je soms lang van huis bent als vader, maar ze krijgen er ook veel voor terug.” Juist de behoefte om meer in de buurt van zijn kinderen te zijn, leidde de beslissing in om te verhuizen naar zijn huidige woning in Andorra. “Als klimmer ben je in een seizoen best vaak op hoogtestage, maar dat hoeft nu veel minder vaak, omdat ik sinds een jaar op hoogte woon. Eerder nam ik ze waar mogelijk ook vaak al wel mee, maar nu train ik vanuit onze eigen woonomgeving. Ideaal eigenlijk. Ik ben ook bepaald niet de enige die hier woont. Veel mannen van Movistar en Mitchelton-Scott hebben hier een woning en ook mijn ploeggenoten George Bennett en Sep Kuss vind ik hier dichtbij. Of het de huizenprijzen al heeft doen laten stijgen, omdat al die renners hier wonen? Waarschijnlijk wel, maar er wordt ook veel gebouwd. Dat drukt de waarde waarschijnlijk weer iets. Maar het is niet alleen heel geschikt voor hoogtestages, het is hier ook prachtig. Het is wel echt voor de klimmers, want er zijn weinig vlakke kilometers te vinden. Als je dan een nadeel wilt zoeken, is dat het wellicht. Tegen de voordelen weegt dat bepaald niet op. Ik ben ook niet een renner, die veel op het vlakke trainde. Dat scheelt ook natuurlijk. Ik kan snel omschakelen naar de vlakke etappes als ik eenmaal weer aan het koersen ben.”

"Vroeger was ik nog wel eens genegen om te hard en teveel te willen trainen, nu kijk ik meer naar de schema’s en luister ik meer naar mijn gevoel en ervaring"

Robert Gesink

Gesink reed gedurende zijn loopbaan altijd voor de ploegen van Rabobank en de opvolgers daarvan tot en met Jumbo-Visma, nadat hij de shirts van De Pedaalridders uit Aalten en Löwik Meubelen had gedragen als junior en eerstejaars belofte. Via de opleidingsformatie van deze ploeg stroomde de ranke klimmer door naar het profteam van Rabobank, waar hij sinds 2007 voor uitkwam. De kleuren veranderen van oranje-blauw, naar groen, naar wit en naar geel-zwart, de namen op de tricots werden na Rabobank ingewisseld voor Blanco, Belkin, Lotto-Jumbo en Jumbo-Visma, maar Robert Gesink bleef. Dit seizoen zetten tot plezier van beide partijen Robert Gesink en teammanager Richard Plugge hun handtekening onder een nieuwe verbintenis, die hem tot in ieder geval zijn 35e aan de Nederlandse ploeg bindt. “Ik heb het goed naar mijn zin bij de ploeg. Krijg ook veel energie van de ambities die er zijn. Komend jaar komt Tom Dumoulin erbij en ik zou het geweldig vinden om nog eens in Parijs te staan met een ploeggenoot van mij als winnaar op de Champs Elysées. Ik ben iemand die hard wil werken om zijn doelen te bereiken. Ik heb zelden geen zin om te trainen of het moet kort en intensief zijn, zodat je vooraf weet dat je onderweg waarschijnlijk langs de weg staat te kotsen. Lange trainingen, die waar veel anderen wel eens tegen op zien, vind ik geweldig. Ik vind het leuk om met een kleine groep te gaan trainen van een man of vier, maar ook prachtig om alleen urenlang rond te rijden. Soms is dat laatste ook praktisch. Als ik de kinderen naar school gebracht heb, ga ik niet een uur zitten wachten, dan trek ik er vaak op uit. Veel collega’s zijn vrijgezel en hebben daardoor ook een ander ritme. Ik krijg elke training wel duizend goede ideeën waar ik heel enthousiast mee thuis kom. Maar van de meeste realiseer ik me binnen twee seconden na terugkomst dat ze minder geniaal en uitvoerbaar zijn dan ik net daarvoor nog dacht. Je kunt je gedachten de vrije loop laten gaan. Dat is ook wel prettig.” Hij trainde jaren op de trainingsschema’s van Louis Delahaye, maar aan die samenwerking kwam eind 2018 een einde. “Ik spreek Louis nog heel vaak, vaker dan wekelijks in ieder geval. Maar hij is bij de ploeg weg om zich op andere dingen te richten en vanuit de ploeg is het verzoek gekomen om te werken met de trainingsschema’s van trainers van de ploeg. Ik werk nu met Mathieu Heijboer samen, die meer klimmers uit de ploeg onder zijn hoede heeft. Dat bevalt ook heel goed. Vroeger was ik nog wel eens genegen om te hard en teveel te willen trainen, nu kijk ik meer naar de schema’s en luister ik meer naar mijn gevoel en ervaring. Maar ik ga nog steeds met dezelfde gretigheid trainen. Succes behalen als wielrenner is een kwestie van veel en lang trainen en dat vind ik gelukkig niet erg. Zeker niet in deze omgeving.”

Eindsprint
Langste training ooit
"Aantal jaren geleden heb ik met een aantal vrienden van me een tocht van 333 kilometer gereden, gewoon om dat eens meegemaakt te hebben. Er is nog het plan om een keer 444 kilometer te rijden, maar dat is nog niet heel concreet. En we redden dat waarschijnlijk niet voor het donker."

Scooterrijder
"Heel vroeger heb ik dat wel gedaan, maar dat is al weer lang geleden, meer in mijn juniorentijd was dat. Veel renners doen het voor de souplesse, maar ik train al met een hoog beentempo en dus heb ik geen moeite met de overgang naar het vlakke."

Trainingsuren
"Ik had dit jaar tot begin november 1050 uur getraind, dat weet ik wel. Van die maanden miste ik vier weken door een bekkenbreuk, maar gelukkig zat ik ook toen snel weer op de fiets. Het aantal uren per week varieert enorm. Soms is het kort en explosief, soms lang en echt als investering richting een bepaald doel."

Zadeltasje
"Ik ben wat dat betreft verstandig. Het is misschien minder gesoigneerd om een zadeltasje te hebben, maar als je gesoigneerd zonder komt te zitten, stemt dat ook niet vrolijk. Sinds enkele jaren gebruik ik zelfs spatbordjes tijdens de training. Die zorgen dat ik langer rond kan fietsen als het geregend heeft. Ik was er laat mee, maar kan het iedereen aanraden, zeker in Nederland."

Trainen als een brommer
"Vroeger was ik zelf vaak zo’n renner die net even een half wieltje voor de ander wilde rijden, maar tegenwoordig zou ik in dit verband zeker George Bennett willen noemen. Die vliegt er tijdens de training altijd in. Hij leidt aan chronische zelfoverschatting en komt zichzelf dan ook vaak tegen. Maar met hem gaat het hard, ja."

Strava
"Ja, dat vind ik van de sociale media toch wel de meest aansprekende. Die social media horen er sowieso echt bij voor het contact met de volgers van het wielrennen. Maar veel mensen reageren enthousiast als ik deel hoe lang ik getraind heb en waar. Ik maak er tegenwoordig zelf ook foto’s bij, daar komen twee hobby’s bij elkaar. Het heeft voor mij ook een andere functie: als moderne wielrenner heb ik niets te verbergen. Ik train gewoon hard om zo nu en dan eens een mooi succes te boeken. Soms mag ik het van de trainer niet delen, als we echt iets vernieuwends hebben bedacht."

Favorieten
"Je kunt hier wel iets variëren in Andorra, maar komt ook vaak wel weer op dezelfde punten uit. De Vuelta-rit van 1 september gaf een mooie opsomming van de klimmen hier met de Coll d’Ordino, Coll de la Gallina, Alto de Cornella en finish op de Cortals d’Encamp. Bij een lange training doe ik daar altijd wel een flink aantal van aan."

Koffiestop
"Dat doe ik wel geregeld. Het ligt er natuurlijk aan wat voor training je had. Soms staat je stuurpen vol met opdrachten en kom je er niet aan toe. Maar anders graag. Je kunt even met je gehele gezelschap tegelijk praten."

Bestelling
"Soms weet je dat  de  koffie  niet geweldig  is en wordt het een cola. Ideaal is een  bakkertje waar je  een koffie en een taartje kunt krijgen. Dan eet ik op de fiets wat minder, want het moet wel verantwoord blijven."

Vaste trainingspartner
"Heb ik niet echt. Ik  train liever niet met te grote groepen, het is net wat zo uitkomt en wie er op dat moment ook geen wedstrijden rijdt. Ik vind een groep van vier ideaal en alleen trainen niet erg."

Foto's: Robert Gesink & Cor Vos

Wij plaatsen functionele cookies om deze website naar behoren te laten functioneren. Daarnaast vragen we je toestemming om analytische cookies en marketingcookies te plaatsen. Daarmee meten we het gebruik van deze website en kunnen we ons aanbod beter afstemmen op jouw voorkeuren. Deze cookies verzamelen persoonsgegevens. Geef hieronder aan welke cookies je wilt accepteren. Meer weten? Bekijk onze privacypagina.